zondag 31 oktober 2010

Beautiful people

Het was zaterdagochtend, de dag nadat we uit Addis terugkwamen. En om heel eerlijk te zijn had ik niet zo veel zin om te gaan werken, een vrij weekend leek me geweldig. Maar hier hebben we altijd dienst dus ik ging gewoon met dr. Arend om half negen naar het ziekenhuis. Onderweg zei dr. Arend nog; "het zal wel rustig zijn want het is weekend''. Dat soort uitspraken moet je gewoon nooit doen. Het was topdrukte.

In een half uur tijd werden er vier kinderen geboren en kwam er nog een vrouw binnen met een vastzittende placenta. En zo overspoeld als we door de week zijn met verloskundigen, zo weinig zijn er in het weekend. Het was een grote chaos. Op de onderzoeksbanken voor de afdeling lagen twee vrouwen, allebei heftig aan het bevallen. De een van haar vierde kind en de ander van haar eerste. De vrouw die van haar vierde kind ging bevallen kon bijna gaan persen, de kinderlijke harttonen waren laag. De verloskundige ging snel de verloskamer klaarmaken en ze was al weg voordat ik had uitgesproken dat we de vrouw beter gelijk mee konden nemen omdat ze anders wel eens buiten de afdeling zou kunnen bevallen. Ik sjorde een beetje aan de patiënt en probeerde haar duidelijk te maken dat ze mee de afdeling op moest komen maar ze begreep me niet en toen ik aan de dertig mensen die buiten zaten probeerde uit te leggen dat ik familieleden nodig had voor deze vrouw was het enige wat ze deden, mij aanstaren. Laat maar zitten dacht ik en rende de afdeling op voor wat hulp. Toen ik terugkwam was het hoofd van het kind al geboren en gelukkig volgde er een stralend kind, ondanks de lage harttonen. Een gelukkige moeder en de vrouw die nog van haar eerste kind moest bevallen had alvast gezien hoe ze haar eigen klusje moest klaren.

Ik nam het pas geboren kind mee naar de verloskamer om het even goed te kunnen beoordelen. Op de verloskamer lagen nog twee vrouwen te bevallen.

Er lag een vrouw die aan het bevallen was van haar eerste kind. 20 jaar oud en verkracht. Ze was gekomen zonder enige familie of vrienden. De verloskundigen hadden haar de dag ervoor op een bed gelegd en niet meer naar haar omgekeken omdat ze niks kon betalen. Gelukkig was dr. Arend langs komen lopen en had ervoor gezorgd dat het ziekenhuis voor de eerste 24uur zorg betaalde. Jammer dat de verloskundigen daar niet zelf op waren gekomen. Maar nu ging ze dan eindelijk bevallen, het kind werd spontaan geboren maar had een slechte start. Ik stond met het kind van de andere moeder maar die kon wel even zonder mijn zorg. Ik beademde het kind en gelukkig herstelde het goed. En toen hoorde we de verloskundige zeggen; ,, O Doctor!”. Arend en ik keken allebei om, de verloskundige dacht dat de placenta geboren werd maar in plaats daarvan kwam er nog een kind. Een onverwachte tweeling. De moeder keek verbijsterd. Het tweede kind had een prima start.

En daar lag de moeder, jong, arm,verkracht, geen familie en zojuist bevallen van een tweeling.

Hoe ga je daar mee om?!

De jonge moeder werd samen met haar twee jongens op de afdeling gelegd. Ik haalde wat truitjes en een stel lakentjes. Sita gaf haar zelf gebreide omslagdoek aan de kinderen. De kinderen hadden het nu in ieder geval warm en gelukkig gingen ze beiden direct goed aan de borst drinken. Er was aan aandacht van het personeel geen te kort, de tweeling is te schattig. Ik zal heel eerlijk zijn dat mijn eierstokken ook even zachtjes klepperden. Wees niet bang, bij de eerstvolgende dramatische bevalling zijn diezelfde eierstokken weer totaal verschrompeld.

De volgende ochtend liepen we visite en zagen dat de moeder en de kinderen het goed deden.

Toen we in de middag even langs de afdeling liepen en de deur van de kamer open deden zagen we twee grote plassen bloed en een po gevuld met....een placenta. De verloskundige was zo onder de indruk geweest van de onverwachte tweeling dat ze er niet aan gedacht had dat er ook twee placenta's hadden moeten komen. Gelukkig leverde het verder weinig problemen meer op.

De moeder vroeg of ze nog langer mocht blijven, wij dachten er niet aan om haar zo op straat te zetten en wilden desnoods zelf nog wel bijbetalen. Het grote probleem was dat ze niet alleen arm en geen familie had maar dat ze zelfs geen huis had. Als we haar op straat zouden zetten wisten we een ding zeker, de tweeling zou dat nooit overleven.

Gelukkig kwamen we er via dr. Andrew achter dat er een organisatie is in Bahar Dar waar ze alleenstaande moeders met een tweeling kunnen opvangen. Dr. Andrew regelde dat de vrouw daar een plekje kon krijgen. En hoe bijzonder dat dr. Arend op de weg naar Nederland een paar dagen in Bahir Dar was en zelf de eerste kosten voor deze moeder en tweeling wilde vergoeden. En ook het vervoer naar Bahair Dar was geen probleem. Toevallig ging ik met de ziekenhuis auto naar het vliegveld aldaar om twee verloskundigen en een gynaecoloog uit Harderwijk te verwelkomen. En we konden de vrouw en haar kinderen prima meenemen. En zo gingen we met de auto, de kinderen in de armen, van maxicosi´s hebben ze hier namelijk nog nooit gehoord.

De organisatie, Grace Centre, die de vrouw opvangt wordt geleid door een Australisch stel. Ze hebben zelf een tweeling en weten daardoor heel goed hoe heftig dat kan zijn voor jonge ouders. Vanuit die gedachten vangen ze nu alleenstaande moeders met hun tweeling op.

Wat een prachtige mensen.

dinsdag 26 oktober 2010

Business trip

We zijn op stap geweest naar de hoofdstad Addis Abeba. Samen met Sita, één van de artsen en een chauffeur ben ik drie dagen weggeweest. Ons doel, eindelijk het echo apparaat in ons bezit krijgen. Dankzij velen giften hebben we een echo apparaat kunnen bestellen. Enorm bedankt!! Met behulp van een echo kunnen we de vrouwen beter beoordelen, en zo hopen we de moeder- en kindersterfte nog verder terug te dringen.

Een klein probleempje, we hebben een apparaat in Afrika besteld. En dat betekent dat het altijd veel langer duurt dan afgesproken. In het begin was het twee weken, toen vier en toen duurde het nog weer langer. En ondertussen zagen we veel patiënten voorbij komen waar we graag even een echo bij hadden gemaakt. Menigmaal hebben de plaatselijke artsen al voor ons naar het bedrijf gebeld, de ene keer stond het apparaat op het vliegveld in Addis en de volgende dag stond het weer in Caïro. We waren er wel een beetje klaar mee en besloten maar eens een gesprekje face to face te hebben. Misschien werkte dat toch beter.

En zo gingen we, een reis van ongeveer zeven uur. De eerste uren op een onverharde weg en daarna over het asfalt. We gingen door de prachtige Bleu Nile Valley, zo immens groot, je voelt je heel even on top of the world. Totaal gekreukt en onder het stof kwamen we na negen uur in de hoofdstad aan. Gelijk nog maar twee echo bedrijven bezocht om een inschatting van de huidige prijzen en mogelijkheden te maken.

De volgende dag bezochten we het echo bedrijf, nog een arts uit Mota sloot zich bij ons aan voor een pittig gesprek. Al snel mochten we bij de grote baas in zijn kantoor komen. De man was een prettige onderhandelaar en toen hij ook nog eens hoorde dat we vrijwillig in Mota aan het werk zijn ging de knop om. We zouden een leen echo meekrijgen en een monteur om het te installeren (wat inhoudt de stekker in het stopcontact stoppen en bevestigen dat het apparaat de reis goed heeft doorstaan) en ze zouden zelf de apparaten komen omwisselen. Dat was nog eens een goede deal. Het gesprek was gelukkig snel klaar, daarna duurde het nog drie uur voordat de secretaresse de nieuwe overeenkomst goed op papier had gezet. Maar we hadden een succesvolle ochtend en zo konden we eindelijk de stad gaan bezichtigen.
Addis Abeba, een stad vol mensen, uitlaatgassen en een groot verschil tussen arm en rijk. Wat opvalt is de enorme Chineese invloed, je zou bijna denken dat ze het land willen gaan bezitten. Naast een aantal prachtige regeringsgebouwen zijn er grote sloppenwijken.

's Avonds werden we ook geconfronteerd met de armoede. Als Sita en ik op zoek gaan naar een restaurant lopen er twee zwervers voor ons, de een op krukken de ander ondersteunt. Samen zwalken ze over de straat, tot de man met de krukken vol voorover op het asfalt slaat. Als we willen helpen hijst de ene zwerver de andere al overeind. Snel lopen we door, de armoede confronteert en graag loop je er maar aan voorbij, je voelt je zo machteloos als je al die mensen ziet. Het is bizar te ervaren dat je het liefst zou helpen en het liefst de armoede maar even niet ziet. We zijn nog maar een klein eindje verder als ze ons weer inhalen. Weer worden we met ze geconfronteerd. We steken over naar de andere kant van de straat en binnen now time zien we ze daar weer. Ze lopen zo hard op die krukken, er is geen ontkomen aan. Uiteindelijk moeten we toch ook hard lachen om het feit dat we zelf maar liever deze ellende niet willen zien en dat deze mensen het toch elke keer weer voor elkaar krijgen. Nadien hebben we nog een heerlijk avond, mede mogelijk gemaakt door onze rijkdom.

De volgende ochtend gaan we op tijd op pad om de echo en monteur op te halen en onze terugreis in te zetten. Het duurt uiteraard even voordat de echo ook daadwerkelijk achter op de auto staat en de monteur in de auto zit. Ik vind het een beetje vreemd dat de jongen alleen maar een envelop in zijn hand heeft en geen tas met spullen voor een overnachting. Maar goed hier is alles anders dus ik bemoei me er niet mee. Als we na drie uur rijden even stoppen om te tanken vraag ik aan iemand of de jongen wel wist dat hij zo lang weg zou gaan. Nee, dat wist hij niet maar dat hebben ze onderweg aan hem uitgelegd, hij vond het wel vervelend maar heeft het inmiddels geaccepteerd. De jongen werd verder prima in de groep opgenomen en er werd goed voor hem gezorgd. Toch kan ik me voorstellen dat hij nou niet heel blij was om een heel weekend in Mota te moeten verblijven. Anyway, we werden in Mota met geklap en warme omhelzingen binnen gehaald. Het eerste echo apparaat in het ziekenhuis, iedereen is opgetogen. De monteur heeft inmiddels de stekker in het stopcontact gestoken en bevestigd dat de echo aan kan. Helaas hadden ze geen gebruikershandleiding bijgevoegd en wist hij verder ook niet hoe het apparaat werkte. De handleiding wordt nu naar ons opgestuurd en de jongen morgen op de bus gezet.
Ethiopische service!

Giften zijn nog steeds van harte welkom op 220 503 9997 tnv STF Barbara May Foundation. Je volledige gift komt dan ten goede aan de zorg in ons ziekenhuis.

donderdag 21 oktober 2010

De kleintjes

Naast de zwangeren, barenden en kraamvrouwen hebben we nog een andere zorg: de baby´s. En die bezorgen ons nog wel eens wat hoofdbrekens, aangezien er geen kinderarts in het ziekenhuis is om de kleintjes op te vangen als ze zich niet zo goed voelen. Daarnaast is er bijna geen medicatie en apparatuur om ze te kunnen behandelen.
Helaas hebben we al een aantal kinderen dood zien gaan die in Nederland grote kans van overleven zouden hebben gehad.
Maar we gaan hier niet bij de pakken neerzitten en doen al het mogelijke wat we kunnen. En we zijn gewoon heel creatief.
Zo hadden we een tweeling, veel te vroeg geboren na 32 weken zwangerschap. Twee meisjes, de eerste is thuis geboren en de tweede bij ons in het ziekenhuis. Ze hadden gelukkig een goede start maar daarna werd het een uitdaging om ze in leven te houden. We hebben geen warme couveuse met de benodigde instrumenten om te waarschuwen bij verslechtering van de conditie. We hebben besloten ze een maagsonde te geven, aangesloten op een infuus met glucose water. Door een continu toevoer proberen we zo de suikerspiegel goed te houden totdat ze zelf moedermelk kunnen gaan drinken, daar zijn ze nu nog te klein en zwak voor. Voor de moeder vonden we nog ergens een middeleeuwse handkolf en zo hopen we dat de voeding op gang gaat komen. Daar liggen de twee kleintjes, gewikkeld in doeken met twee grote infuuszakken boven hun hoofd. Thuis ben ik flesvoeding voor ze klaar gaan maken, ik doe dat liever zelf omdat ik dan zeker weet dat de verhouding goed is en er schoon water is gebruikt. Het kost me ongeveer twee uur om een cola flesje te steriliseren en de voeding klaar te maken, een tijdrovend klusje.
In de middag ben ik nog eens kijken hoe het ging, de eerste van de tweeling zag er grauw uit. Het kleine meisje vergat soms te ademen, een probleem wat je vaker ziet bij te vroeg geboren kinderen. Er is dan onvoldoende prikkel vanuit de hersenen en het kind vergeet gewoon te ademen. Als dit te lang duurt overlijdt het kind. Een eenvoudig middel om aan deze kinderen te geven is coffeïne. Inderdaad, hetzelfde middel wat wij gebruiken om wakker en alert te blijven. Maar dit middel is hier niet in medicijnvorm te krijgen. Dr. Arend en ik dachten na over het ontbreken van dit middel en hoe dit toch op te lossen, tegelijkertijd keken we elkaar aan en zeiden:'...Koffie'! En zo maakte Sita een klein beetje sterke koffie en voorzichtig gaven we een hele kleine dosis espresso via de maagsonde aan het kind. En wat geweldig, het werkte! Het meisje vergat niet meer te ademen, en zo nodig kon er nog wat extra gegeven worden.
Vandaag doen de kinderen het goed, ik heb alweer een nieuwe dosis melk klaarstaan. Borstvoeding is tot op heden nog te veel gevraagd van de kleine meiden. Regelmatig gaan we even bij ze kijken en we hopen dat ze het gaan halen. Het hele ziekenhuis spreekt over het wondermiddel genaamd koffie:)
En wat ook wel fijn is om te weten, uit een recente studie is gebleken dat van de te vroeg geboren kinderen de meisjes en dan met name de meisjes van het negroïde ras de grootste kans hebben om te overleven!
Dat geeft nog eens goede hoop!

maandag 11 oktober 2010

Als vliegen op een hoop stront

Studenten, de grootste ergernis die er in het ziekenhuis is. Hele zwermen zie je soms al in de verte ophopen als je van huis naar het ziekenhuis loopt. Het klit samen en vliegt altijd om je heen.

Als je pech hebt zijn er 20 op de verlosafdeling te vinden. Zonder te vragen of ze al binnen mogen komen staan ze met zijn allen naar een patiënt te staren.
Eerlijk is eerlijk, toen ik in Mota aankwam en van mijn voorgangers hoorden hoe afschuwelijk de studenten waren dacht ik dat het wel een beetje overdreven was. Na een halve dag had ik die mening volledig bijgesteld.

In de maand augustus kwam het gerust voor dat ik op de verloskamer kwam kijken en ik zo´n 10-15 studenten telde die naar het kruis van een bevallende vrouw stonden te staren. Niemand die een hand uitstak of een beetje support gaf. Ik kon me niet voorstellen dat er ook maar een student iets leerde. De verloskundigen die aan het werk waren liepen ze geheel in de weg. Geen stap verzetten ze en als het schouwspel ten einde was dan gingen ze met z'n allen op naar het volgende.

Ik ontplofte bijna als ik zag dat er zo met een patiënt werd omgegaan en ik bonjourde er dan ook altijd minimaal driekwart van de studenten uit. Er mochten er hoogstens drie blijven. Op het moment dat ik mensen aanwees om weg te moeten gaan verstond er geen enkele student meer een woord engels, ze staarden me alleen maar met zn tienen aan. De verloskundigen liet ik er dan zeven aanwijzen, die hadden er duidelijk ook moeite mee om ze te verwijderen. Het was een dagtaak om de insecten te bestrijden

Gelukkig kwam de maand september, een vakantie maand waarbij er geen enkele student meer te vinden was.

Helaas begint het nu weer aan te wakkeren maar we hebben een maand de tijd gehad om over deze plaag na te denken. Onder het mom dat we de studenten graag wat willen leren en dat het met twintig bij een patiënt echt niet gaat, hebben we een nieuw plan ontworpen. Er zijn vijf bedden voor bevallende vrouwen en elk bed heeft nu zijn eigen kleur. Voor elk bed heb ik drie badges gemaakt met diezelfde kleur. Er mogen nu maximaal 3 studenten per patiënt. Zien we een student bij een andere patiënt dan moeten ze van de afdeling af en mogen ze de volgende dag weer terugkomen. En ze moeten de verloskundigen helpen met hun werk. De verloskundigen hebben het plan enthousiast aangenomen.

Afgelopen week kwamen er drie studenten, ik heb ze allemaal een badge opgespeld. Het zag er misschien een klein beetje belachelijk uit omdat er maar één patiënt was en drie studenten maar als je vanaf het begin niet consequent bent dan wordt het nooit wat. Ik instrueerde ze wat ze moesten doen: elk half uur controles en het partogram invullen. De verloskundige zou er op toezien dat het ging gebeuren. Voor de zekerheid checkte ik nog even of ze wel echt engels konden verstaan, geen probleem. Ik liep tevreden naar huis dit kon niet meer mis gaan.

Aan het eind van de ochtend ging ik eens kijken, drie studenten hingen over meubilair heen te staren naar de patiënt. Ik bekeek de bedlijst, geen controle was er gedaan. Ik vroeg hen waarom ze niks hadden gecontroleerd, ze staarden me gedrieën aan, geen reactie. Ik besprak het met de verloskundige en die instrueerde hen opnieuw. Toen ik 's middags kwam kijken was er wederom niks gedaan. Het gaat nog eens oorlog worden.

Een paar dagen later, ik heb gelukkig geen student meer gezien. Bij binnenkomst schud ik net als elke dag iedereen een hand en klappen we met de schouder tegen elkaar aan. Zo begroet ik ook Solomon, onze afdelingsportier, een vriendelijk oude man die mank door het leven gaat. Mijn oog wordt getrokken naar iets wat ik op zijn jasje zie prijken, een groene badge. Ik kan een glimlach niet onderdrukken: ..ben je student geworden Solomon?!”. Nee, hij dacht dat het wel een goed idee was om een naambordje te hebben. Tot op heden heeft hij alleen nog een badge opgespeld maar hij gaat zijn naam er op laten drukken. Trots kijkt hij mij aan en opeens vraagt hij, dat mag toch wel?!. Ik kan het niet over mn hart verkrijgen om de oude man zijn geluk af te nemen. Natuurlijk mag het en ach hij heeft in ieder geval een kleur uitgekozen die bij zijn jasje past.

Het studentensysteem gaat nog wat worden zo.

woensdag 6 oktober 2010

En nog wat foto's


Beter een goede buur en een verre vriend

De buren in het getto zijn allemaal even aardig. Maar eerlijk is eerlijk, de Nederlandse toch wel het meest. De eerste weken was ik samen met Frits en Annemarie en nu zijn daarvoor Arend en Sita in plaats gekomen. En met beiden heb ik een hele goede tijd (gehad).

We delen alles met elkaar, onze belevenissen en inboedel. Ik heb een koelkastje waarin de groenten/drankjes en het broodbeleg gaan. En als er weer eens iemand vanuit de stad is gekomen dan waak ik over de chocola. De buren hebben het warme water. Mijn boiler heeft het ongeveer twee weken volgehouden na de reparatie van Frits met onze boodschappenjongen. Daarna was het met een klap afgelopen. Maar de gastvrijheid is groot en zo ga ik met mijn plastic tasje vol douchespullen naar de buren om te delen in hun warmte.

's Ochtends gaat er nog weleens een doos cornflakes over en weer, want ook dat is een cadeautje uit de stad en hier niet te verkrijgen. Als ik na de ochtendronde met de dokter uit het ziekenhuis kom dan staat de koffie of thee al klaar. We lunchen samen, met een broodje en als die op zijn een bombolino, een donut van olliebollendeeg. En af en toe worden er pannenkoeken gebakken. We delen eigenlijk alle bezittingen, van boeken/servies tot anti-muggenzalfjes. En ook onze dongel voor het internet gaat van de een naar de ander. 's Middags drinken we thee met elkaar. En daarna ga ik samen met de boodschappenjongen en vaak ook met mijn Nederlandse buren naar het dorp voor wat boodschappen. Op woensdag en zaterdag gaan we daarvoor naar de markt. Het is heerlijk om dagelijks even van de compound af te zijn voor een paar aardappels of alleen een drankje. In het begin van de avond borrelen we met een glaasje wijn en/of een biertje en spreken we de belevenissen van de dag door. Daarna kookt meestal een van mijn buren. Frits, Sita en Arend houden allemaal van koken en zo kan ik de keren dat ik heb gekookt op een hand tellen. Maar tegen hun kookkunsten kan ik dan ook niet op. Na het eten scheiden onze wegen en gaan we al snel naar bed want de volgende dag is het weer vroeg op. En wat een luxe, Annemarie en Sita willen altijd pas de volgende ochtend afwassen als wij naar het ziekenhuis zijn.

Ons programma wordt nog weleens verstoord door een telefoontje uit het ziekenhuis maar ach dan schuiven we gewoon, het maakt hier allemaal niet zoveel uit of je een paar uur later eet of slaapt, we hebben tijd zat.

En voordat ik ga slapen check ik meestal nog even mijn mail. En hoe heerlijk zijn al die berichten van verre vrienden en familie!

vrijdag 1 oktober 2010

De vrouwen

De vrouwen, ik heb er al vaak vol bewondering naar gekeken. Op de weg zie je ze gebogen lopen met een grote jerrycan op hun rug met liters water. Of met grote manden vol met aankopen van de markt. Kilometers lopen ze met hun vracht. Mannen zie je hier weinig dragen.
Maar echt respect heb ik voor de barenden, geen kik geven ze. Stil dragen ze de pijn van de weeën er zijn er maar weinig die je de pijn hoort uiten. De familie ondersteunt ze maar als ze gaan persen worden zij weggestuurd, dat moet de vrouw alleen doen.
Ik dacht toch een keer te zien dat een man zijn vrouw prachtig ondersteunde, toen ik dit tegen de verloskundige zei en daarbij aangaf dat het me beter leek dat de man erbij bleef, blafte hij resoluut de man de kamer uit en sloeg de deur met een klap dicht. Dit was de Ethiopische cultuur en hier bevielen vrouwen alleen. Soms moet ik ook gewoon mijn plaats weten.
Er was een vrouw, ze had een dag gelopen om naar het ziekenhuis te komen. In de ochtend was ze bevallen in haar huis, helaas wilde de placenta maar niet geboren worden. En zo kwam ze op haar gestreepte gympen met kapotte zolen aan het eind van de middag bij ons. Uitgeput lag ze op het verlosbed. De placenta moest er met de hand worden uitgehaald. Ze zette haar tanden op elkaar en gaf geen gil terwijl de verloskundige met de hand de placenta verwijderde. Een ingreep waar de Nederlandse vrouwen gelukkig voor onder narcose gaan.
Dan was er ook nog de vrouw die al drie dagen aan het bevallen was. Dat waren er twee te veel. Een bevallende vrouw mag nooit de zon twee keer zien opgaan luidt een veelzeggende uitspraak in de verloskunde. Toen ze bij ons was zagen we een stukje van het hoofd, het kind was dood. Gelukkig kregen we het kind er met een vacuüm uit waarna we achteruit deinsden van de stank van infectie en de dood. Nadat de vrouw bevallen was stond ze op van het bed en liep naar de kamer waar ze een bed toegewezen kreeg. Er was geen emotie zichtbaar.
Zo ook de jonge vrouw die niet zwanger was maar bij ons kwam nadat ze aangevallen was door een stier. Er was een grote wond tussen de vagina en anus. Ze werd gehecht en kreeg een tetanus injectie en wandelde daarna weer naar huis.
Na de bevalling of ingreep zijn de vrouwen meestal erg vrolijk en dankbaar. Ik heb al menige omhelzing en zoenen mogen ontvangen
Naast de dappere vrouwen vallen ook de mannen op. Ze dragen, meestal met een aantal familieleden, hun vrouw op een brancard naar het ziekenhuis. Ze lopen uren om bij ons te kunnen komen. En als ze bevallen is, geven ze hen te eten en drinken en als dat moeilijk gaat dan voeren ze hen. De liefdevolle verzorging is opvallend en vertederend.
De mannen proberen alles dan ook echt goed te regelen. En als er dan een Nederlandse verloskundige langs komt lopen en ze heel graag willen dat je ook even naar hun vrouw kijkt, dan gebeurd er weleens iets bijzonders. Zo wilde een man heel graag dat ik even beoordeelde hoeveel ontsluiting zijn vrouw had, we noemen dat ook wel de ontsluiting van de cervix (= de baarmoedermond) Vriendelijke tikte hij me toen ik voorbij liep aan en zei: 'Open your cervix!'
Op zich sta ik voor best veel dingen open, maar dit...:)