woensdag 20 maart 2013

Klop op de deur en er zal worden opengedaan.


De HIV positieve vrouw was rond middernacht, ongecompliceerd bevallen. Alleen wilde
ze het kind niet houden. Afstaan ter adoptie leek haar de enige mogelijkheid. Toen ik
over haar hoorde en haar zag herkende ik direct de linkerhand met de hele lange,
felroze, gelakte nagels. De rechterhand was nog steeds ongemoeid gelaten.
Deze vrouw had ik tijdens een van de spreekuren gezien. Ze had als prostitué gewerkt.
Gelukkig was ze aan die business ontsnapt maar ze had momenteel geen werk en
geen huis. Ze sliep bij een vriendin.
We hadden haar verwezen naar het Grace centre waar ze ondersteund kan worden om
een nieuw leven op te bouwen. Grace centre helpt vrouwen onder andere door het
geven van onderdak en het vinden van werk. Ik vroeg de vrouw of ze naar het Grace
centre was gegaan. Drie dagen was ze langsgelopen en had ze op de deur geklopt.
Drie keer was ze weggestuurd omdat de manager niet aanwezig was.

We probeerden te achterhalen waarom deze vrouw haar kind wilde afstaan.De vrouw
voedde haar kind wel zelf. Ze gaf aan dat ze niet wist hoe ze dit kind moest
onderhouden. Ze wilde het kind afstaan en dan elders werk vinden om een nieuw
leven te beginnen. Het feit dat deze vrouw voor haar zwangerschap controles naar
de kliniek was gekomen, haar kind nu voedde in plaats van het op straat te leggen
en aan het lot over te laten, toonde dat ze om dit kind gaf.

We belden het Grace centre of ze plek hadden voor een kind waarvoor nog adoptie
ouders moesten worden gevonden. Ze namen geen kinderen zonder moeder aan.
Na lang navragen bij verschillende mensen kregen we een nummer van het kantoor
dat over vrouw- en kindzaken gaat in Bahir Dar. De vrouw die we aan de telefoon
kregen melde dat ze op vrijdagmiddag niks meer kon regelen en of we de kraamvrouw
niet om konden praten het kind te houden.Dat hadden we al geprobeerd.

De vrouw een weekend in onze kliniek houden leek niet een heel goed idee.
We belden het Grace centre weer en legde de situatie opnieuw uit. Wanneer we
een brief bij het kantoor van vrouw- en kindzaken konden organiseren, dat zij de
adoptie verder zouden regelen, was het akkoord. En zo belden we weer naar het
kantoor. Maar een brief schrijven op vrijdagmiddag was erg moeilijk en of ze de
brief niet op maandag konden regelen. We belden het Grace centre weer, nee ze
moesten echt een brief hebben. Zo belden we weer naar het kantoor, daar hadden
ze de stekker eruit getrokken,geen contact meer mogelijk. Vrijdagmiddag vijf uur,
wat nu?! De man die voor mij in het Amhaars naar de instanties belde had de
oplossing; naar het kantoor gaan en zien of we de juiste persoon te pakken kregen
om de brief alsnog te regelen. We moesten wel meteen gaan en op zijn motor.
Ik fiets er wel achteraan, probeerde ik nog. Dat zou te lang duren zei hij en
zo croste we op zijn motor naar het desbetreffende kantoor, zonder helm en met
wel vijftig kilometer per uur. In het kantoorpand vonden we de vrouw, ze liet
geen enkele blijk van verbazing zien dat we naar haar toe waren gekomen. Het
bleef nog steeds onmogelijk om de brief nu te schrijven. Maar na een paar keer
heen en weer bellen met het Grace centre, ze moest eerst wel even de stekker in
het telefoontoestel steken, was het eindelijk geregeld. Het kind mocht komen en
de brief zou op maandag volgen.
Terug op de motor naar de kliniek. Daarna weer achter op de motor om de bajaj
naar het Grace centre te volgen. We wilden er zeker van zijn dat de vrouw en haar
kind op de juiste plek zouden aankomen. Na het zien van het Grace centre wilde
de vrouw toch wel bij haar kind blijven om het te voeden totdat er adoptieouders
zijn gevonden. De volgende dag zal ze een gesprek met een psycholoog hebben om te
overleggen over de adoptie. Hopelijk kunnen ze haar overtuigen dat het beter is
een nieuwe start samen met haar kind te maken, met ondersteuning van het Grace centre.
Op sommige dagen kun je de deur enkel intrappen.

woensdag 6 maart 2013

Tella

Op een van de vele feestdagen was ik
uitgenodigd voor een lunch bij de secretaresse van de kliniek. Met een
paar collega´s propten we ons in een bajaj. Na een halve kilometer
moesten we er weer uit. De bajaj bestuurder wilde een andere kant
op dan wij in gedachten hadden. Op zoek naar een volgende dan maar.
Helaas geen vervoer te krijgen. Of er waren door de feestdag minder
bajaj op de weg of er waren meer mensen die van de bajaj gebruik
wilden maken, wij moesten in ieder geval te voet verder. Het was
bijna een half uur lopen onder de brandende zon, met een lege maag.
Eindelijk op de plaats van bestemming aangekomen, een lemen huis
gevuld met heel veel mensen, kon ik alleen nog maar aan drinken
denken. Wat had ik zin in een colaatje. Helaas werd er alleen maar
water en tella rondgedeeld. Het water komt hier meestal uit een
jerrycan en dat is niet altijd even goed voor je maag, daarom vroeg ik
uit pure nood maar om een glaasje tella. Het bruine vocht, dat eruit
ziet als slootwater, is het lokale bier. Nadat ik de eerste slok had
genomen herinnerde ik weer dat het ook smaakt naar slootwater. Het
lokale bier kun je thuis maken en het gehele proces duurt een kleine
twee weken. Een glaasje tella kun je dan ook niet laten staan. En zo
dronk ik me met elke slok moet in voor de volgende slok. Tussendoor
keek ik eens om me heen en zag ik daar toch onze twee zwangere
collega´s ook het lokale bier achterover slaan. Zo tactisch mogelijk
en heel veel glimlachend vroeg ik hen waarom ze alcohol tijdens de
zwangerschap dronken. Gewoon omdat ze het erg lekker vonden.

Langzaam kreeg ik het besef dat wanneer deze collega´s wel van een glaasje
hielden, de gemiddelde zwangere patiënt in de kliniek dat ook wel zou doen.
En zo vroeg ik bij de eerst volgende patiënt die in de ochtend over ernstige
hoofdpijn klaagde of ze misschien een glaasje tella had gedronken de vorige
avond. Wel een paar was het antwoord.
Wat een lunch tijdens een van de vele feestdagen al aan nieuw
voorlichtingsmateriaal voor de kliniek kan opleveren.

Daar moet op gedronken worden.