woensdag 12 februari 2014

Een grote familie

Dat de tijd vliegt realiseer ik me, nu er bijna een jaar verstreken is sinds ik de laatste blog heb geschreven.
Er is veel gebeurd in het afgelopen jaar. Van een kliniek met ongeveer 30 bevallingen per maand naar nu rond de 120 per maand en 220 nieuwe patienten op het spreekuur afgelopen maand. Met deze maand al 60 bevallingen terwijl het nog maar de elfde is dreigen we uit onze voegen te scheuren. Beter nog; bevalschuur staat op springen.
Dus hebben we een aantal knopen moeten doorhakken. We gaan proberen de patiëntenzorg weer beter over de regio verdeeld te krijgen, met ons als verwijscentrum voor hoog risico zwangere. Verder zijn we begonnen met het trainen van de omliggende Health Centres. We willen de basiszorg daar verbeteren, de onderling samenwerking bevorderen en problemen opsporen en ze oplossen.

Op een dag als vandaag proberen we dan gewoon zoveel mogelijk werk te verzetten. De ochtend begint al vroeg met een keizersnede bij de vrouw die gistermiddag na haar werk bij ons binnen is komen wandelen. Terwijl er een torenhoge bloeddruk werd gemeten en de vrouw er ongelooflijk opgezwollen uitzag kon ik alleen maar denken dat het een wonder was dat ze niet onderweg naar ons dood was neer gevallen. De vrouw heeft
geen zwangerschaps- controle gehad en is helemaal alleen. Ze is dagloner en kon daardoor nooit naar de kliniek komen voor een controle. Geen werk, geen eten. Nu ligt ze op de operatietafel en moet ze onder algehele narcose. Ik assisteer de anesthesist en moet opeens aan drie jaar geleden denken toen ik ook met hem samenwerkte en een vrouw overleed omdat het niet lukte haar te intuberen. (inbrengen van buisje i.v.m. narcose). Dit keer gaat het gelukkig goed en verloopt de keizersnede zonder veel problemen.
De rest van de dag is gevuld met consulten en het regelen van allerlei praktische zaken. Aan het eind van de middag fiets ik nog eens terug naar de kliniek om een van de verloskundigen uit te leggen wat we deze week gaan trainen in een healthcentre. Terwijl ik naar de afdeling fiets passeer ik het gebouw waar het spreekuur wordt gehouden. Verloskundige M. roept waarom ik haar had proberen te bellen. Ik spring van mijn fiets en loop naar haar toe. Ik heb een groot verzoek voor haar. Het kindje van de moeder met de torenhoge bloeddruk heeft voeding nodig maar zijn moeder is nog te ziek om dit zelf te kunnen geven. Nu geeft verloskundige M zelf nog borstvoeding dus dacht ik misschien wil ze een beetje afstaan? ,,Geen probleem”, zegt ze. Ze is mijn held van de dag.
Op de afdeling komt de gynaecoloog net op tijd binnen lopen bij een moeilijke stuitbevalling. We moeten het kind reanimeren maar gelukkig loopt het goed af.
Verloskundige M. zit ondertussen bij het bed van de zieke patiënte met de hand borstvoeding voor de pasgeborene af te kolven. Ondertussen zit ze gezellig te praten met een van de mannelijke collega's. Gêne om een blote borst te tonen bestaat hier niet.
Na zessen zitten de gynaecoloog en ik op onze veranda koffie te drinken en de drukke dag door te nemen. ,,Wij samen met het personeel zijn toch eigenlijk een grote familie hè'', zegt de gynaecoloog. Ik kan het alleen maar beamen waarbij mijn gedachten afdwalen naar de familie heel ver weg.


beschuit met muisjes, Barley (graan) met een mengsel van olie en kruiden.
zo wordt beschuit met muisjes gegeten.
trainen in een Healthcentre, wat te doen als een vrouw veel bloed verliest na een bevalling (incl. nep bloed).

een afdeling vol patiënten.

dinsdag 25 juni 2013

Onze kennismaking met Ethiopië


Eind april hebben wij, ouders en zus van Daphne, een reis gemaakt naar
Ethiopië. We zijn ruim een week bij Daphne in Bahir Dar geweest. Daarna
hebben we met zijn vieren een rondreis gemaakt door het noorden van
Ethiopië. De laatste dagen hebben we doorgebracht in Addis Abeba.

Bahir Dar is een mooie stad, gelegen aan het Tana meer. Langs het meer
verrijzen nieuwe hotels Er lopen een aantal brede geasfalteerde wegen door
de stad. Verder is men druk bezig de zandwegen met kleine steentjes te
bestraten. Dat ziet er dan meteen een stuk beter uit.
Daphne was pas verhuisd, ze had hard gewerkt om het voor onze komst wat
op orde te hebben. Het is een mooi ruim huis. Al maak je er weinig gebruik
van, want je leeft de hele dag buiten.
Het was heel speciaal om het dagelijkse leven mee te maken.'s Morgens
komt de hulp en aan het begin van de avond de bewaker.En waar haal je
de boodschappen vandaan en wat is er te eten, blijft de elektriciteit
het doen, denk er aan dat het 's avonds om 7 uur donker is, hoe kom je van
a naar b. Het is allemaal anders dan wij in het westen gewoon zijn.
Daar komt nog bij alle aandacht van de bevolking voor ons als blanken en
wij voor hun.

Op dinsdag brachten we ons eerste bezoek aan de kliniek. Er was spreekuur
en er zaten heel wat vrouwen te wachten. Zodra het personeel ons zag werd
Daphne geroepen. Het kon natuurlijk niet anders dan dat wij de familie van
Daphne waren. Daphne gaf ons een rondleiding langs de spreekkamer, de zaal
met drie bedden, de verloskamer en nog een ruimte waar de spullen worden
gesteriliseerd. Allemaal klein en niet zoals wij het kennen. We maakten
kennis met de mensen die er werken. Verloskundig, administratief en
schoonmaak personeel.
Toen wij er waren was men druk bezig met de verbouw van bestaande gebouwen
om een grotere kliniek op te zetten. Hier komt dan een operatiekamer en
een zaal voor meer bedden, een wachtruimte en spreekkamers. Dit was ook de
reden dat Daphne naar Bahir Dar is gegaan om dit te begeleiden. Achter op
het terrein ligt nog een veld, het is de bedoeling dat daar uiteindelijk
een nieuwe kliniek, van steen, wordt gebouwd.
We waren ook uitgenodigd om op donderdagmorgen te komen. Op die ochtend
werd een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor de zwangere vrouwen.
Het was de tweede keer dat dit werd gehouden en men was van plan om dit
ieder kwartaal te organiseren. De vrouwen krijgen hier voorlichting over
allerlei zaken die van belang zijn tijdens de zwangerschap en bevalling.
Er waren veel vrouwen gekomen. Helaas konden wij er niets van verstaan want
het was in het Amhaars. Maar om erbij te zijn was al heel bijzonder.
Je kent zulke beelden van tv of foto's en nu zit je er zelf tussen.
Aan het eind van de morgen was er een koffieceremonie met popcorn en
brood voor iedereen. Wanneer er iets te vieren is koopt men een groot rond
brood en daar krijgt iedereen een stuk van.
We zijn die ochtend ook nog op "kraambezoek" geweest. We hadden vanuit
Nederland babykleertjes, omslagdoeken, knuffels e.d. meegenomen. Er zijn
vrouwen die bevallen en zelf niets voor hun baby hebben. Wanneer Daphne
dat ziet neemt ze wat van de kleertjes mee voor de moeder. We zijn die
ochtend ook wat gaan brengen. Het blije gezicht van de moeder bij het zien
van de spulletjes, daar doe je het voor.

Er is nog veel te doen in Ethiopie, de armoede die we gezien hebben was
schreinend. Maar het was goed om te zien hoe organisaties bezig zijn om te
helpen op allerlei gebied. De kinderen leren engels op school en ze
spreken dit vaak erg goed. Je ziet overal schooltjes en in verscheidene
steden zijn universiteiten. Het is van groot belang dat de jongere goed
worden opgeleid zodat zij hun land kunnen helpen opbouwen.
Maar dat gaat nog veel tijd kosten en daarom zijn organisaties als Barbara
May hard nodig. Zij geven verloskundige zorg daar waar het heel hard nodig is.
Wij bevelen deze organisatie van harte bij u/jou aan.
Reknr. 220 503 9997 tnv STF Barbara May te Zeist.
Verder is Ethiopië een prachtig land en zeker een bezoek waard. Wij denken
er met veel goede herinneringen aan terug.
Luuk en Inge en Sanne Leeffers.

Foto's van Daphne's huis, de voorlichtings bijeenkomst en kleertjes uit Nederland
voor een pas geboren baby.





















vrijdag 31 mei 2013

Expats en Allochtonen

Een expatriate of afgekort expat is iemand die tijdelijk in een land verblijft
met een andere cultuur dan die waarmee hij is opgegroeid. Meestal zijn ze daarbij
uitgezonden door hun werkgever. Ze dienen niet te worden verward met immigranten. (wiki)

Na de afgelopen jaren in een dorp en in de woestijn te hebben gewoond en gewerkt,
woon en werk ik nu in een heuse stad. Een stad aan een prachtig meer met palmbomen langs de weg. En natuurlijk een heleboel bedelaars, schreeuwende kinderen en allochtonen.

Het voordeel van de stad is dat er ook andere buitenlanders wonen waar je weleens
''iets'' mee kan gaan doen. En ''iets'' kan zij, ieder zaterdagochtend
koffiedrinken zodat je lekker even kan bijkletsen met de andere expat vrouwen
(dan wel immigranten of beter allochtonen) bij een heerlijk hotel met een fijne tuin.
Men neemt ook de eigen hulp mee om de kinderen een beetje in de gaten te houden.
Want serieus, je moet er toch niet aan denken dat je, als je dan eindelijk eens tijd
hebt om met de andere expat vrouwen bij te praten , je ook je kind nog moet vermaken.
Nee daar heb je een hulp voor.

Laatst was ik op een cocktailparty. Dan ben ik als Nederlandse
precies op tijd en dus de eerste. En bij het opendoen van de deur zegt de
Amerikaanse gastvrouw dan wat ze altijd zegt; ,,de Nederlanders zijn altijd
precies op tijd en ook nog eens op de fiets”. Deze keer was ik echter met de
bajaj gekomen. Na zo'n vijftien minuten kwamen de eerste fourwheeldrives aangereden
en de party kon beginnen. Bij zo een invitatie wordt altijd gezegd dat je niks
hoeft mee te nemen. In werkelijkheid betekent dat, iets meenemen wat je zelf gebakken hebt, of dat je de hulp iets hebt laten bereiden. Als je echt wilt scoren neem je ook een fles fatsoenlijke drank mee. Zo had ik dus een trommel zelfgemaakte oranjetompouchen meegenomen en zag ik de halfvolle fles gin, die we de vorige keer als Nederlanders hadden gekocht, ook al op de tafel klaarstaan. Die fles gin was destijds door een hulp bij een of andere lokaal tentje gekocht.

Na het tweede glas gin-tonic stond ik even fijn over ons
leven in Bahir Dar te klagen tegen de Amerikaanse gastvrouw. Ik deed uitvoerig
uit de doeken hoe ik die oranjetompouchen had gemaakt. Ik had dat dus zelf
gedaan omdat het onmogelijk was het recept in het Amhaars aan mijn hulp te vertalen.
Klein detail, zonder Nederlandse giften had ik de tompouchen überhaupt niet kunnen
maken. Het was afzien want het deeg voor de onder en bovenkoek was geen makkie.
Ik moest eerst de tegels op de veranda met een sopje schoonmaken zodat ik het
deeg daarop kon uitrollen met een lege wijnfles. Van een granieten plaat en
dito deegroller hadden ze in Bahir Dar nog nooit gehoord. Na zeker een half uur
zwoegen was het dan toch maar gelukt. Nu de Amerikaanse had het ook niet
gemakkelijk gehad. Ze had een dipsausje gemaakt met behulp van de blender en
dat klinkt makkelijker dan het was. De hulp had namelijk een paar weken geleden,
na het schoonmaken van de blender, het rubber uit de blender weggegooid omdat
ze dacht dat het nog bij de verpakking hoorde. Nu moet de Amerikaanse voor elk
gebruik tien elastiekjes in het onderstuk van de blender draaien, en als je dat
iets te snel doet dan schieten ze er allemaal weer uit. En dat was nog maar het
begin van haar onderneming.

Wij, expatvrouwen/immigranten/allochtoontjes, hebben een
HEEEL Zwaaaaaaaaar Levennnnnnnnnnn. Echt waar. (uit Zwaar Leven, B. Kaandorp)



dinsdag 23 april 2013

Het Lotenjongetje


Op de rand van de stoep zat hij, in de schaduw van een geparkeerde auto.
Wij passeerden hem, gehaast de weg zoekende in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. We waren op weg naar de plaats waar we een Nederlandse zouden ontmoeten die heerlijke chocola en een aantal spullen voor de kliniek voor mij had meegebracht. De afgesproken tijd was inmiddels verstreken en wij waren nog niet op de plek van bestemming. Het is niet makkelijk om in Addis op tijd te komen. De stad met 4,5 miljoen mensen is niet berekend op al het verkeer. Daarnaast heeft de overheid ook besloten heel veel wegen tegelijkertijd te vernieuwen, verkeerschaos is het resultaat. In deze drukte probeerden wij ons per minibusje te verplaatsen en dat ging maar heel traag.

Nu liepen we door de straten op zoek naar de plek waar de standplaats van de mini busjes was. Die moest ons verder vervoeren. Vriend G, wonende in Addis, had geen idee waar het kon zijn en zo waren we aangewezen op behulpzame voorbijgangers, waar dan weer geen gebrek aan is in Addis.
Zo kwam het dat we terugliepen naar het jongetje dat op de stoep zat. Hij had stroken met krasloten over zijn schouders hangen. De een geeft je een kans op honderdduizenden birrs, de ander op een green card voor het al te geliefde Amerika. G. kocht een lot en vroeg hem de weg. Met zijn hand tegen zijn wang aan gedrukt gaf het jongetje hem antwoord. Vriend G. draaide zich naar mij om en gaf aan dat het jongetje geen Amhaars maar Oromo sprak en hem de weg dus niet kon uitleggen. Ik keek nog eens naar de jongen en vroeg wat er met hem aan de hand was dat hij zijn hand zo tegen zijn wang aan drukte. G. gebaarde de jongen zijn mond te openen en zelfs ik kon zien dat daar iets aan het ontsteken was. Het jongetje zweeg en keek van ons weg. Vriend G, dokter, draaide zich om en zocht met zijn ogen de straat af op zoek naar een apotheek. Nog geen honderd meter van ons vandaan bevond zich er een. G. gebaarde naar het jongetje en vroeg hem mee te gaan naar de apotheek. Het jongetje schudde zijn hoofd, hij durfde onze hulp niet aan te nemen. Na enig aandringen liep hij toch achter ons aan en zo stond hij in zijn vodden met de loten over zijn schouder op de schoongeboende vloer van de apotheek. G. kocht een aantal medicijnen voor hem en gokte maar naar zijn leeftijd voor de juiste dosering, het werd negen jaar. Al wonen deze twee in hetzelfde land ze konden elkaars taal niet verstaan.
Omdat wij weer snel verder moesten, op weg naar de chocola, lieten we het aan de apotheker over het jongetje in gebaren uit te leggen hoe hij de medicijnen moest innemen. Met een hand tegen zijn gezicht aan gedrukt bedankte het jongetje voor de medicijnen. G. gaf hem het kraslot terug waar hij twee birr mee had gewonnen. De gewonnen birrs waren voor het jongetje

Een uur later zaten G. en ik na een geslaagde spullenophaal actie op een terras een colaatje te drinken. Beiden zwegen we, onze gedachte waren bij het jongetje dat zo moederziel alleen met een mond vol pijn op de stoep had gezeten.
Wat had ik een spijt dat ik hem niet heel even een flinke knuffel had gegeven.

En voor jouw, dit lezende met een dak boven het hoofd en een koffie in de hand, denk nog eens na voor je de volgende keer klaagt over alles wat er in je leven ontbreekt. Tel je zegeningen.



woensdag 20 maart 2013

Klop op de deur en er zal worden opengedaan.


De HIV positieve vrouw was rond middernacht, ongecompliceerd bevallen. Alleen wilde
ze het kind niet houden. Afstaan ter adoptie leek haar de enige mogelijkheid. Toen ik
over haar hoorde en haar zag herkende ik direct de linkerhand met de hele lange,
felroze, gelakte nagels. De rechterhand was nog steeds ongemoeid gelaten.
Deze vrouw had ik tijdens een van de spreekuren gezien. Ze had als prostitué gewerkt.
Gelukkig was ze aan die business ontsnapt maar ze had momenteel geen werk en
geen huis. Ze sliep bij een vriendin.
We hadden haar verwezen naar het Grace centre waar ze ondersteund kan worden om
een nieuw leven op te bouwen. Grace centre helpt vrouwen onder andere door het
geven van onderdak en het vinden van werk. Ik vroeg de vrouw of ze naar het Grace
centre was gegaan. Drie dagen was ze langsgelopen en had ze op de deur geklopt.
Drie keer was ze weggestuurd omdat de manager niet aanwezig was.

We probeerden te achterhalen waarom deze vrouw haar kind wilde afstaan.De vrouw
voedde haar kind wel zelf. Ze gaf aan dat ze niet wist hoe ze dit kind moest
onderhouden. Ze wilde het kind afstaan en dan elders werk vinden om een nieuw
leven te beginnen. Het feit dat deze vrouw voor haar zwangerschap controles naar
de kliniek was gekomen, haar kind nu voedde in plaats van het op straat te leggen
en aan het lot over te laten, toonde dat ze om dit kind gaf.

We belden het Grace centre of ze plek hadden voor een kind waarvoor nog adoptie
ouders moesten worden gevonden. Ze namen geen kinderen zonder moeder aan.
Na lang navragen bij verschillende mensen kregen we een nummer van het kantoor
dat over vrouw- en kindzaken gaat in Bahir Dar. De vrouw die we aan de telefoon
kregen melde dat ze op vrijdagmiddag niks meer kon regelen en of we de kraamvrouw
niet om konden praten het kind te houden.Dat hadden we al geprobeerd.

De vrouw een weekend in onze kliniek houden leek niet een heel goed idee.
We belden het Grace centre weer en legde de situatie opnieuw uit. Wanneer we
een brief bij het kantoor van vrouw- en kindzaken konden organiseren, dat zij de
adoptie verder zouden regelen, was het akkoord. En zo belden we weer naar het
kantoor. Maar een brief schrijven op vrijdagmiddag was erg moeilijk en of ze de
brief niet op maandag konden regelen. We belden het Grace centre weer, nee ze
moesten echt een brief hebben. Zo belden we weer naar het kantoor, daar hadden
ze de stekker eruit getrokken,geen contact meer mogelijk. Vrijdagmiddag vijf uur,
wat nu?! De man die voor mij in het Amhaars naar de instanties belde had de
oplossing; naar het kantoor gaan en zien of we de juiste persoon te pakken kregen
om de brief alsnog te regelen. We moesten wel meteen gaan en op zijn motor.
Ik fiets er wel achteraan, probeerde ik nog. Dat zou te lang duren zei hij en
zo croste we op zijn motor naar het desbetreffende kantoor, zonder helm en met
wel vijftig kilometer per uur. In het kantoorpand vonden we de vrouw, ze liet
geen enkele blijk van verbazing zien dat we naar haar toe waren gekomen. Het
bleef nog steeds onmogelijk om de brief nu te schrijven. Maar na een paar keer
heen en weer bellen met het Grace centre, ze moest eerst wel even de stekker in
het telefoontoestel steken, was het eindelijk geregeld. Het kind mocht komen en
de brief zou op maandag volgen.
Terug op de motor naar de kliniek. Daarna weer achter op de motor om de bajaj
naar het Grace centre te volgen. We wilden er zeker van zijn dat de vrouw en haar
kind op de juiste plek zouden aankomen. Na het zien van het Grace centre wilde
de vrouw toch wel bij haar kind blijven om het te voeden totdat er adoptieouders
zijn gevonden. De volgende dag zal ze een gesprek met een psycholoog hebben om te
overleggen over de adoptie. Hopelijk kunnen ze haar overtuigen dat het beter is
een nieuwe start samen met haar kind te maken, met ondersteuning van het Grace centre.
Op sommige dagen kun je de deur enkel intrappen.

woensdag 6 maart 2013

Tella

Op een van de vele feestdagen was ik
uitgenodigd voor een lunch bij de secretaresse van de kliniek. Met een
paar collega´s propten we ons in een bajaj. Na een halve kilometer
moesten we er weer uit. De bajaj bestuurder wilde een andere kant
op dan wij in gedachten hadden. Op zoek naar een volgende dan maar.
Helaas geen vervoer te krijgen. Of er waren door de feestdag minder
bajaj op de weg of er waren meer mensen die van de bajaj gebruik
wilden maken, wij moesten in ieder geval te voet verder. Het was
bijna een half uur lopen onder de brandende zon, met een lege maag.
Eindelijk op de plaats van bestemming aangekomen, een lemen huis
gevuld met heel veel mensen, kon ik alleen nog maar aan drinken
denken. Wat had ik zin in een colaatje. Helaas werd er alleen maar
water en tella rondgedeeld. Het water komt hier meestal uit een
jerrycan en dat is niet altijd even goed voor je maag, daarom vroeg ik
uit pure nood maar om een glaasje tella. Het bruine vocht, dat eruit
ziet als slootwater, is het lokale bier. Nadat ik de eerste slok had
genomen herinnerde ik weer dat het ook smaakt naar slootwater. Het
lokale bier kun je thuis maken en het gehele proces duurt een kleine
twee weken. Een glaasje tella kun je dan ook niet laten staan. En zo
dronk ik me met elke slok moet in voor de volgende slok. Tussendoor
keek ik eens om me heen en zag ik daar toch onze twee zwangere
collega´s ook het lokale bier achterover slaan. Zo tactisch mogelijk
en heel veel glimlachend vroeg ik hen waarom ze alcohol tijdens de
zwangerschap dronken. Gewoon omdat ze het erg lekker vonden.

Langzaam kreeg ik het besef dat wanneer deze collega´s wel van een glaasje
hielden, de gemiddelde zwangere patiënt in de kliniek dat ook wel zou doen.
En zo vroeg ik bij de eerst volgende patiënt die in de ochtend over ernstige
hoofdpijn klaagde of ze misschien een glaasje tella had gedronken de vorige
avond. Wel een paar was het antwoord.
Wat een lunch tijdens een van de vele feestdagen al aan nieuw
voorlichtingsmateriaal voor de kliniek kan opleveren.

Daar moet op gedronken worden.

dinsdag 19 februari 2013

Alledaagse dingen


Maandagochtend acht uur. Gehaast pak ik de laatste spullen bij elkaar
sla de deur achter me dicht en spring op de fiets. Precies op tijd heeft
de bewaker het hek open zodat ik niet af hoef te remmen voordat ik de
onverharde weg omhoog op cross.
Korte tijd later arriveer ik bij de Kliniek.
Aan het aantal mensen dat buiten op de bankjes zit, vermoed
ik dat er een vrouw aan het bevallen is. In de dienstkamer gooi ik
mijn tas neer en pak mijn werkjas. Nog snel een paar kleine
biscuitjes naar binnen werken waarop de binnenkomende schoonmaakster
vraagt of ik niet ontbeten heb. Ik was inderdaad iets te laat
opgestaan vanmorgen en moest tijdens mijn fietstocht nog even snel
een paar koekjes bij een van de winkeltjes aan de straat kopen.
Na dit verantwoorde ontbijt loop ik naar de verloskamer waar een vrouw
aan het bevallen is van haar tweede kind.
Ze maakt nogal veel lawaai vindt de verloskundige en die spreekt haar
duidelijk toe. Ik vind het allemaal nog wel meevallen.
Korte tijd later bevalt de vrouw van een jongen met een goede start.
Door de bevalling is de maandagochtend overdracht erbij ingeschoten.
De verloskundige van het zwangere spreekuur is dezelfde als die van de bevalling.
Zij haast zich naar de spreekkamer waar al zeker vier vrouwen meer dan een
uur zitten te wachten.

We zijn nog geen half uur onderweg of worden door de schoonmaakster gevraagd
om bij de zojuist bevallen vrouw te komen kijken. Ze verliest wat ruim bloed.
We onderzoeken haar en het blijkt dat de baarmoeder niet goed wil samentrekken.
,Dan gaan we katheteriseren` zeg ik. ,Ze kan toch gewoon zelf plassen´
zegt de verloskundige en hijst de vrouw op haar hurken op het bed en
schuift er een plastic po onder. En inderdaad de vrouw kan prima zelf plassen.
We geven haar nog wat extra medicatie en het lijkt weer onder controle.
Terug naar de spreekkamer met elk kwartier een onderbreking om de conditie van
de bevallen vrouw te beoordelen. Ze blijft toch net wat ruimer vloeien en nu
gaat er toch echt een infuus en een katheter in. In de tijd dat ik het
infuussysteem en onze zelf gemaakte katheterzak heb gefixed kan de
verloskundige nog precies een patiënt op het spreekuur zien.

Als een vrouw hier ruim vloeit is het gemis aan matjes en kraamverbanden nog
groter dan bij normaal bloedverlies. Het bloed stroomt waar het maar gaan kan,
over onder meer het matras, de lakens en de vloer.

Inmiddels is de lunchtijd al een halfuur geleden ingegaan en die is hier heilig.
Net zo heilig als het half uur dat de lunchtijd op vrijdag eerder ingaat zodat
de moslims naar de moskee kunnen gaan. Ook elke niet moslim kapt er op vrijdag
een half uur eerder mee.
Er zitten nog een paar patiënten te wachten voor een zwangerschapscontrole
maar de verloskundige piekert er niet over die nu nog te gaan zien.
Na de lunch zijn ze de eerste.
Ik werk inmiddels ook met een zeer laag bloedsuiker en ga er dan ook niet tegen in.
Op de fiets naar huis voor een propere lunch. De Nederlandse krant downloaden
en heel even relaxen. Daarna werk ik nog een tijdje aan protocollen en tegen
vier uur wil ik weer op de fiets stappen om nog even te kijken hoe het in de kliniek gaat.
Helaas band lek en de andere fiets in gebruik dus maar met de bajaj.
Bij de kliniek aangekomen wordt net de laatste zwangere op het
spreekuur gezien en ik neem nog even een kijkje bij de patiënte die
vanmorgen bevallen is. Een stralende vrouw zit op het bed. Ze voelt
zich prima, het bloedverlies is normaal en ze geniet van haar zoon.
Het eerste levende kind voor deze vrouw nadat ze bij haar vorige
zwangerschap beviel van een tweeling, waarvan de eerste tijdens de
bevalling overleed en de tweede korte tijd daarna.
Aan het einde van deze dag komt er nog een man de nieuwe autoclaaf aansluiten.
Erg fijn omdat de huidige sterilisator niet helemaal meer goed werkt.
En zonder gesteriliseerde instrumenten is het werk toch minder plezant.
Terug naar huis met de bajaj.
Morgen weer een nieuwe werkdag.