vrijdag 24 februari 2012

Geboorte rituelen

Tijdens een les over het reanimeren van een baby stapt een van de verpleegkundigen naar voren.

Of ze mag vertellen hoe zij als traditionele geboortebegeleider heeft geleerd om een kind te reanimeren. En dat horen we maar al te graag. Hier kunnen wij van leren, wat wordt er momenteel in de bush gedaan aan reanimatie, waarom en hoe kunnen we dat op een goede manier verbeteren.

De verpleegkundige pakt de reanimatie pop en toont ons de handelingen die ze verricht als een kind slecht ter wereld komt, slap is en niet ademt. Ze blaast over het gezicht en de schedel heen daarna zuigt ze met de mond slijm uit de neus en spuugt het uit. Ook tikt ze op de borst ter hoogte van het hart om het te activeren. Dit alles herhaalt ze zolang als het nodig is, tot het kind zelf gaat ademen of het overleden is.

Na de geboorte zijn er ook nog een paar andere gebruiken. De traditionele geboortebegeleider houdt het kind vast en begint vanaf de top van het hoofd de huid strak te trekken en gaat zo het hele lichaam af. Ze doet dit omdat het daar een mooi mens van wordt. Dan houdt ze het kind op de kop en doopt de bovenkant van het hoofd in een plas of emmer water. Dit wordt gedaan om de fontanellen op het hoofd van de baby te laten sluiten.

Het laatste onderdeel is het uitroken van al het vuil en slechte stoffen uit de baby. Dit wordt gedaan door in huis, de ronde tent, vuur te stoken en zoveel mogelijk rook te verkrijgen. Als het kind door alle rook gaat braken en onwel wordt is dit een teken van zuivering van het kind.

maandag 20 februari 2012

Mille

Het dorp Mille, waar het ziekenhuis is gelegen, ligt in de provincie Afar.

De belangrijkste bron van inkomsten komt van de voortdurend passerende truckers die hun handelswaar van Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië en de haven van Djibouti rijden en vice versa. Djibouti is een land ten westen van Ethiopië. Het is een klein land maar heeft een belangrijke positie door de haven die handelsverkeer over de Rode zee mogelijk maakt.

In Mille wonen naar schatting tussen de 10.000 en 20.000 inwoners. Het dorp bestaat uit drie gedeelten, het eerste waar niemand hier de naam van schijnt te weten, de tweede Upper Mille. Het derde is Lower Mille, de naam geeft al aan dat het lager ligt dan de voorgenoemde. Tussen Upper Mille en Lower Mille bevind zich de rivier Awash, er is een brug die de dorpen met elkaar verbind. Omdat het ziekenhuis vrij hoog ligt kun je heel goed zien hoe de vele trucks de brug over gaan. Er kan er maar een tegelijk op de brug rijden, de constructie kan niet meer gewicht aan. Er is daardoor altijd aan beide kanten van de brug een wachtende rij met vrachtauto´s. Zelfs ´s avonds laat zie ik nog vrachtauto´s de brug oversteken. De handel gaat 24/7 door.

Een wonderlijk natuurverschijnsel dat we hier dagelijks zien zijn kleine tornado´s, tientallen meters hoog die zich een weg banen door de woestijn. Als je in een tornado terechtkomt bevind je je voor een paar seconden in een enorme storm. Wel je ogen dicht houden want je wordt bedolven onder een lading zand en stof.

Terug naar het dorp, wij wonen in Lower Mille, dit gedeelte heeft veel kleine winkeltjes waar een beperkt aantal producten te koop zijn. Aan groenten zijn er aardappels, wortels, tomaten, uien, kool en soms mais te koop. Mango´s en bananen zijn het te verkrijgen fruit. Verder kun je kleine pakjes biscuitjes kopen en ik geniet dagelijks van een colaatje. Hoe Coca Cola het doet weet ik niet maar op elke afgelegen plek ter wereld kun je wel een flesje met het zwarte genot kopen.

Er is een health centre dat bijna nooit bemand is. Een apotheek die een gedeelte van de basis medicatie heeft. Voor het ziekenhuis worden hier zoveel mogelijk medicijnen gekocht om de band met de lokale ondernemers te verstevigen en de prijs die wordt gevraagd is goed.

Er is een basisschool, een moskee en een orthodoxe kerk. De meeste mensen in Mille zijn moslim. Een klein gedeelte van de mensen in het dorp is orthodox en wat opvalt, het zijn de beter geklede en verdienende mensen die naar deze kerk gaan. Ook spreken de meeste mensen Amhaars en dat geeft aan dat ze van buiten de provincie Afar zijn gekomen.

Afgelopen zondag gingen we naar de orthodoxe kerk, alleen voor het laatste stukje dienst want ze beginnen om vier uur in de ochtend en het eindigt rond negen uur. De dienst vind buiten de typische ronde kerk plaats en de mensen zitten op de traptreden of op de grond. Ik kan niks van de dienst verstaan maar het is wel mooi om de gemeenschap te zien en de dans en muziek te aanschouwen. We hadden het geluk een bruiloftsceremonie mee te maken. Nou ja, we zagen de bruid en bruidegom knikkebollend vooraan zitten. Waarschijnlijk hadden ze vanaf vier uur de dienst moeten bijwonen en konden ze niet langer hun ogen open houden.

Na de dienst gingen we naar het dorp voor ontbijt. Brood en ei, heerlijk na anderhalve week hetzelfde ontbijt en met nog weken van hetzelfde in het vooruitzicht.

donderdag 16 februari 2012

Het 'Oh no no no'-moment

Er zijn van die momenten dat je iets aan ziet komen, maar dat het niet lukt om op tijd te voorkomen wat je al had voorzien.

Zo'n moment had ik tijdens de eerste operatie die ik hier zag. Ik zal eerlijk zeggen dat ik blij was toen de eerste patiënt geopereerd moest worden, want ik was toch zo benieuwd hoe het hier op de operatiekamer zou gaan verlopen. De operatiekamer werkt pas sinds een paar weken. Wat belangrijk is om te vertellen dat alle medewerkers hier maar heel minimaal zijn opgeleid, er zijn er zelfs een paar die amper kunnen lezen of schrijven. Laat staan dat ze dat in het engels kunnen en dat maakt het tot een grote uitdaging om mee te werken. Zeker in acute situaties. De reden hiervan is dat in dit gebied er lange tijd onvoldoende scholing is geweest, daarnaast is er een enorm tekort aan medisch personeel. We mogen blij zijn met het personeel wat we hebben.

Begin januari is er voor 10 dagen een Australische anesthesist geweest die een van de verpleegkundigen heeft opgeleid om de anesthesie te doen tijdens een operatie. Er is niet zo heel veel wat er hier gegeven kan worden. Het eerste middel is de ruggenprik, maar als die niet lukt is er nog het tweede en laatste middel ketamine. De ruggenprik wordt door de gynaecoloog gezet.
Naast de verpleegkundige die de anesthesie doet zijn in diezelfde tien dagen de rest van het personeel getraind om te kunnen assisteren tijdens een operatie. Ik geloof niet dat iemand van het personeel voor die tijd ooit een operatie gezien had. Naast het opstarten van de OK moest ook de sterilisatieruimte worden ingericht en uitgedacht hoe, met de beperkte middelen die er zijn, dat proces zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd. Wat de Australiër, Margareth en Jane in die tien dagen opereren voor elkaar gekregen hebben is echt te bewonderen.

Tijdens deze voor mij eerste operatie functioneerde ik als omloop, iemand die spullen aangeeft aan deze en gene, en ik had een mooi zicht op wat er gebeurde tijdens de operatie. Jane hield iedereen nauwlettend in de gaten en corrigeerde continu. Het verloopt gewoon nog niet helemaal vlekkeloos. Helaas functioneert ook niet alle apparatuur optimaal. De operatielamp geeft niet echt goed licht, maar waar dat aan ligt is nog niet helemaal duidelijk. Margareth vroeg tijdens de operatie de lamp te verplaatsen omdat ze zo slecht zicht had. De lamp werd naar voren verplaatst en ik dacht 'Oh no no no'. Maar het was al te laat, de lamp raakte de ventilator waardoor er een enorme wolk van stof en zand naar beneden viel recht in de geopende buik van de patiënt.
Dat was dus zo´n moment.

Een paar dagen later verliet de de patiënt in goede conditie het ziekenhuis.

dinsdag 14 februari 2012

Een gezamenlijk huis

Het enige wat ik niet deel in mijn nieuwe onderkomen is het bed. Ik moest wel even slikken toen ik doorhad dat ik heel weinig privacy zou gaan hebben gedurende mijn tijd in Mille. Het gebouw waarin ik slaap deel ik met Margareth en Jane. Er zijn drie kamers waarvan de eerste het kantoor is waar we administratie doen, maar ook even kunnen relaxen op de bank. Gelukkig zijn hier overal ventilatoren om het redelijk uit te kunnen houden midden op de dag als het goed heet is. De tweede kamer is de plek waar ik slaap, de deur sluit niet zo goed waardoor ik er elke nacht een steen achter moet leggen zodat de deur niet de hele nacht al krakend open en dicht slaat door de wind. Ik heb aan twee kanten van de kamer ramen, helaas zonder gordijnen. Verder heb ik een kleine wastafel en een kast die op instorten staat. Als ik iets uit een la wil pakken moet ik de bovenliggende laden optillen om het eruit te kunnen pakken. Boven mijn bed hangt een klamboe, elke ochtend word ik wakker buiten mijn klamboe en dat heeft mij al heel wat muskietenbeten opgeleverd. Gelukkig ben ik nog redelijk afstotend voor de kleine etters, Jane kan de foto´s van haar opgezette armen en benen voor een goede prijs verkopen aan een uitgever van boeken over ernstige huidafwijkingen. Maar goed mijn kamer geeft dus nul privacy en er ligt altijd een hele berg zand en stof omdat we hier in een woestijn leven.

De derde kamer is de plek waar Jane slaapt en waar de badkamer aan grenst. Margareth slaapt meestal buiten. De badkamer deel ik met Jane en Margareth. Het verbaasd me elke keer weer dat nieuwbouw eruit ziet alsof het al meer dan dertig jaar gebruikt is, de douche hangt scheef en het toilet gaat ook zo zijn eigen gang. Er is alleen koud water maar dat is hier niet zo heel erg, als je een warme douche wilt moet je halverwege de middag gaan want dan is het water in de tank opgewarmd door de zon. Als je aan het eind van de middag gaat loop je het risico levend te verbranden.

Een heel klein nadeel aan onze badkamer. Naast ons toilet hangt niet een rolletje wc-papier maar een kleine tuinslang die het effect heeft van een hogedrukspuit. Toen ik over dit object begon tegen Jane glimlachte die mierzoet. Hoe krijg ik mijn achterwerk droog na die waterval, vroeg ik Jane. Zij stond op en gaf een demonstratie met haar heupen, just shake it! Jane kwam niet meer bij van het lachen.

maandag 13 februari 2012

Een tent om in te verwachten

Op dinsdag en donderdag ochtend wordt er spreekuur gehouden in het ziekenhuis. Margareth ziet alle gynaecologische patiënten en Jane en ik alle zwangere patiënten. Inmiddels is een groot deel van het personeel weer terug, maar een aantal is ook alweer vertrokken of zijn nog steeds niet op komen dagen.

Deze ochtend zie ik een nieuwe zwangere op het spreekuur voorbij komen. Ze is zwanger van haar vierde kind. De drie baby's die ze eerder heeft gebaard zijn allemaal overleden tijdens de bevalling. Wat ik begrijp is dat ze drie keer in 'the bush', dat noemen ze hier alles buiten het dorp, is bevallen. Drie keer was het een stuitbevalling. Nu heeft ze anderhalve dag, per kameel, gereisd om bij ons voor controle te komen. We onderzoeken haar en waarschijnlijk is ze zo'n 28 weken zwanger. Geen enkele patiënte weet hier precies hoe ver ze zwanger is.

We willen deze vrouw de komende tijd regelmatig controleren met de hoop dat ze deze keer bij ons in het ziekenhuis bevalt van een levend kind. Voor vrouwen als deze is er op het ziekenhuisterrein een speciale plek gecreëerd. Er zijn een aantal traditionele tenten neergezet, dezelfde als waar zij in wonen, en daar kunnen ze in verblijven tot aan de bevalling. Zo kunnen wij een oogje op de zwangere houden en hoeven de vrouwen als ze gaan bevallen niet eerst anderhalve dag per voet of kameel te reizen om bij ons in het ziekenhuis te komen. Want dat kan hier in de woestijn het verschil zijn tussen het bevallen van een levend of dood kind.

donderdag 9 februari 2012

Het ziekenhuis

Inmiddels een paar dagen in Mille. Het voelt alsof ik hier al weken ben. Het ziekenhuis is nog maar net een paar maanden open en begin januari zijn de eerste patiënten geopereerd. Het gebouw is grotendeels af maar nog niet alle benodigde apparatuur is aanwezig. Maar er is een groot positief punt in vergelijking met Mota, er is stromend water! En dat maakt een wereld van verschil. Om eerlijk te zijn is er nu even geen stromend water maar er is ons belooft dat het morgen weer gefixed moet zijn. Niet erg prettig om in een gebied waar de temperatuur vandaag ver boven de dertig graden is, geen stromend water te hebben en het laatste beetje water wat er nog in het vat staat kan ons niet heel lang meer van het hoognodige voorzien.

Toen ik hier afgelopen vrijdag arriveerde en bij het personeelsverblijf werd afgezet liep ik een rommelig kantoor in waar ik twee blanke vrouwen in ziekenhuisuniform onderuitgezakt op een bank zag zitten. De ene vrouw 71 jaar oud, de ander 52. De eerste een Engelse gynaecoloog de tweede verloskundige. Ze verwelkomden me hartelijk en waren erg blij dat er nu een derde helper bijkwam. We hebben een groot probleem vandaag zeiden ze, we hebben geen personeel. Alle dertien man medisch personeel, waaronder verloskundigen/verpleegkundigen waren ofwel naar een training of gewoon verdwenen. Ongelofelijk maar waar. Er lagen 7 patiënten op de afdeling en geen personeel om naar hen om te zien. Vervolgens excuseerde ze zich voor de rommel en stof in het kantoor. De schoonmaker is er ook niet en we weigeren om dit zelf te doen terwijl hij ervoor wordt betaald.

Ik plofte naast hen op de bank en nam dankbaar de kop thee die me aangereikt werd aan. Het belooft weer een hele uitdaging te worden de komende weken.

zaterdag 4 februari 2012

De weg naar Mille

Zes uur in de ochtend zouden we vertrekken. Ik had de omschrijving van de auto en de naam van de chauffeur gekregen. Om zes uur verliet ik mijn hotelkamer, ik ken de Ethiopiërs inmiddels een beetje. Op het moment dat ik was uitgecheckt en de spullen naar de weg had gesleept kwam de auto aanrijden.

De koffers werden in de laadbak van de truck gezet en goed vastgemaakt, ik stapte in de auto en deed mijn veiligheidsgordel om, helaas niks om in vast te klikken. De chauffeur keek er eens naar, nee niks om vast te maken, en hij mompelde nog iets over een onderhoudsbeurt van de auto. Geen veiligheidsgordel dus. Niet heel prettig in een land waar het verkeer niet al te best is.

Het kostte ons bijna een uur om Addis uit te komen, er was nog niet veel verkeer op de weg maar de straten zijn niet heel best en echt goed doorrijden kun je niet. Na dat uur begon ik me door al het optrekken en remmen iets minder prettig te voelen. Na anderhalf uur voelde ik me groen en was in dubio om mijn hoofd alvast uit het raam te hangen of dat ik het zo nodig nog wel zou halen om het raam te openen en mijn hoofd er uit te steken. Het idee dat ik nog zeker 7 uur in de auto moest zitten maakte het er niet veel beter op.

De chauffeur keek me eens aan, ik had nog niet gezegd dat ik me niet al te best voelde maar hij stopte de auto al. "Je ziet er niet comfortabel uit”, zei hij en stapte uit de auto. Ik stapte ook uit snakkend naar frisse lucht. Het liefst ging ik even in de berm liggen, maar bleef toch maar staan. Inmiddels had de chauffeur iets uit een kastje uit de auto gepakt en schroefde wat aan mijn stoel. Dit moet beter zijn, ik keek naar wat hij had gemonteerd, de houder van de veiligheidsriem. En zo stapte we weer in, nadat hij het raam had schoongemaakt door met een fles, water op het raam te gooien en de ruitenwissers aan te zetten. Gelukkig gingen we niet lang daarna in de stad Nazareth stoppen voor het ontbijt. Na een stukje brood en thee voelde ik me weer enigszins opknappen.

Ik moet zeggen dat de rit gezellig was en vrij vlot verliep. Ondanks het feit dat we om de drie dorpen stopten om bekenden te begroeten, mango´s en bananen te kopen, een paar planten voor een vriend, te tanken, wat te drinken kochten en daarnaast ook nog gingen lunchen. Haast bestaat hier gewoon niet.

De laatste twee uur voordat we Mille bereikte kwamen er steeds minder dorpen en werd het landschap droger en de temperatuur steeg snel. Groepen apen en kuddes kamelen zagen we voorbij komen. Iets voor drieën zei de chauffeur high five! Daarna wees hij omhoog naar de heuvel rechts van ons. En daar op de heuvel zag ik de kliniek staan waar ik de twee komende maanden ga werken.

We made it!

donderdag 2 februari 2012

Addis

Aan het eind van de nacht land ik in de hoofdstad van Ethiopië, Addis Abeba. Het vliegtuig gaat recht over de stad heen voor het zijn wielen op het lokale asfalt zet. Zou er hier iemand klagen over de nachtelijke vluchten die dagelijks over de sloppenwijken komen?

Na het invullen van de gebruikelijke formulieren, wisselen van geld, douane en bagagecontrole, loop ik de poorten uit en gelukkig staat er vooraan de menigte van mensen een man met een bord met mijn naam erop. Hij neemt mijn karretje over en weet niet hoe snel hij op dit onchristelijke tijdstip van het vliegveld moet komen. Ik neem heel snel afscheid van oud collega Chantal, die ik bij toeval op Schiphol ontmoette, waarna ik achter de man met mijn spullen aanhol.

Na een onvergetelijk ritje in een auto die de APK al een paar jaar niet gehaald heeft kom ik aan bij het hotel. Helaas, mijn kamer is overboekt. Maar ze hebben nog wel iets anders. Moet ik er wel voor twaalf uur uit zijn want voor de volgende nacht mag ik naar weer een andere kamer. De klok geeft inmiddels vijf uur in de ochtend aan. Ik fluister nog dat ik toch al een paar weken geleden gereserveerd heb en dat ik zo graag in het hoofdgebouw wilde. En loop dan achter de volgende man met mijn spullen aan.

Aangekomen in de kamer verrast het me weinig dat het niet geheel aan de foto's op de website voldoet. Na een keer de wc doorspoelen houdt het op en sta ik daarna weer vertrouwd emmertjes water weg te gieten. Voor het licht dan echt bij me uitgaat zie ik nog net dat ik mijn armen niet tegen het hoofdeinde moet strekken want de elektrische bedrading zal me knallend begroeten. Na een paar uur slapen toch maar opstaan want ik moet immers voor twaalven de kamer uit. Een douche zit er niet in, voor het grote glazen badkamer raam zijn ze het gordijn vergeten.
De volgende kamer heeft gelukkig een minuscuul badkamerraam, verder komt het overeen met de eerste kamer.

In de middag loop ik een rondje door de miljoenenstad. Het valt me opnieuw op hoeveel zwervers en zieken er in Addis zijn. Allen zitten, liggen of kruipen door de stad. De vele kauwgom, zakdoekjes en telefoonkaartenverkopers lopen er weinig beter bij. Een stad waar er voor het aantal mensen een chronisch tekort aan alles is.

Later ontmoet ik mijn oude vrienden, heerlijk om weer even met hen te zijn. Als ik ´s avonds in mijn bed mijn houding niet kan vinden door de kuilen in het matras tel ik al mijn zegeningen af, een dak boven mijn hoofd een bed om in te slapen en een nieuwe werkplek in het vooruitzicht.

Buiten in de straten proberen velen de nacht weer enigszins door te komen.