donderdag 11 november 2010

Health centers

Ruim een miljoen mensen zijn op het ziekenhuis in Mota aangewezen. Als je bedenkt dat we op dit moment hetzelfde aantal bevallingen per maand hebben als in het ziekenhuis in Harderwijk dan kun je alleen maar concluderen dat een heleboel mensen niet naar het ziekenhuis komen. Gelukkig zien we nu al dat het aantal bevallingen verdubbeld is in vergelijking met voorgaande jaren.

Van al die andere mensen bevalt een gedeelte thuis en een gedeelte in een health center. Dit zijn kleine centra waar ze een eerste opvang hebben voor patiënten van allerlei soort. Ze hebben spreekuren voor anticonceptie, HIV/Aids, zwangeren en een soort consultatiebureau. Daarnaast kunnen ze bevallingen begeleiden.

De regering in Ethiopië heeft zich een aantal jaren geleden ten doel gesteld om de gezondheidszorg beter bereikbaar te maken voor iedereen. Daarom bouwen ze nu maximaal naar vermogen health centers en sturen ze alle benodigde spullen naar de centra. En om niet te vergeten zoveel mogelijk registratieboeken want werkelijk alles wordt hier, en het liefst elke behandeling in een ander boek, geregistreerd. De regering heeft al heel wat centra plus de inboedel op hun lijstje kunnen plaatsen.

Helaas blijft het wat de regering betreft momenteel wel een beetje bij de gebouwen en de inboedel.

Er is onvoldoende goed geschoold personeel en bij menig centra staat een groot deel van de inboedel nog in de aangeleverde dozen, ze weten gewoon niet hoe het te gebruiken.

Na een heleboel geduld en gepraat hebben we de grote baas en de artsen in Mota er eindelijk van kunnen overtuigen dat het belangrijk is dat we de contacten met de health centers verbeteren, zij verwijzen namelijk veel patiënten naar ons. En als we kijken naar die verwijzingen dan kan dat soms wel wat eerder, vaak eigenlijk. Als ik de naam van een van de centra hoor bij een verwezen patiënt dan weet ik al zo goed als zeker dat het kind dood is en dat de moeder inmiddels een heleboel complicaties moet hebben. Maar je kan de verwijzers niet eens zo heel veel kwalijk nemen. Als je onvoldoende geschoold bent is het ontzettend moeilijk om de risico's goed in te schatten.

En zo hebben we in de eerste fase een introductie rondje gedaan bij een aantal van deze centra. In het begin dacht ik dat we elke keer bij een zojuist gebouwd Health center kwamen. Het gebouw zag er nieuw uit, de ramen waren nog ongewassen en vol met verfstrepen. Er lagen nog geen vloeren in de ruimtes en er stonden nog een heleboel ingepakte dozen. Maar ik leerde snel, de meeste gebouwen waren minstens twee jaar in gebruik. Afwerken kennen ze hier gewoon niet. Bij onze introductie gaven we aan dat we de centra graag willen helpen in de vorm van onderwijs. Er werd altijd positief op gereageerd.

En vandaag was het dan eindelijk zover, we gingen het eerste centra les geven over het reanimeren van de baby en het gebruiken van het partogram. Om tien uur zouden we gaan, dr. David, een van de artsen en ik. Uiteindelijk gingen we om twee uur. African time noemen ze dat.

Terwijl ik bij de spoedeisende hulp in het zonnetje zat te wachten op ons vervoer en naast mij de reanimatie pop had liggen kwam er opeens een vrouw boos kijkend en roepend op mij af. Ze griste de pop van de grond en terwijl ze dat deed veranderde haar boosheid in gelach. Ze dacht dat ik een echte baby zo op de grond had gelegd. Ik had er even niet aan gedacht dat de meeste mensen hier nog nooit een pop hebben gezien. En zo kwamen uiteindelijk een heleboel patienten plus familieleden de pop bekijken.

We hebben een goede middag gehad in de centra. We hebben les gegeven en de medewerkers aldaar hebben geoefend met het reanimeren en het invullen van het partogram. Ze waren enthousiast en leergierig. En nu maar hopen dat ze het gaan gebruiken.

Tussen de tien medewerkers ontdekte ik ook de plaatselijke laborant. Toen ik aan hem vroeg of hij dan ook bevallingen begeleiden knikte hij hartgrondig ja.

Nou ja, het heeft in ieder geval allebei met bloed te maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten