donderdag 2 februari 2012

Addis

Aan het eind van de nacht land ik in de hoofdstad van Ethiopië, Addis Abeba. Het vliegtuig gaat recht over de stad heen voor het zijn wielen op het lokale asfalt zet. Zou er hier iemand klagen over de nachtelijke vluchten die dagelijks over de sloppenwijken komen?

Na het invullen van de gebruikelijke formulieren, wisselen van geld, douane en bagagecontrole, loop ik de poorten uit en gelukkig staat er vooraan de menigte van mensen een man met een bord met mijn naam erop. Hij neemt mijn karretje over en weet niet hoe snel hij op dit onchristelijke tijdstip van het vliegveld moet komen. Ik neem heel snel afscheid van oud collega Chantal, die ik bij toeval op Schiphol ontmoette, waarna ik achter de man met mijn spullen aanhol.

Na een onvergetelijk ritje in een auto die de APK al een paar jaar niet gehaald heeft kom ik aan bij het hotel. Helaas, mijn kamer is overboekt. Maar ze hebben nog wel iets anders. Moet ik er wel voor twaalf uur uit zijn want voor de volgende nacht mag ik naar weer een andere kamer. De klok geeft inmiddels vijf uur in de ochtend aan. Ik fluister nog dat ik toch al een paar weken geleden gereserveerd heb en dat ik zo graag in het hoofdgebouw wilde. En loop dan achter de volgende man met mijn spullen aan.

Aangekomen in de kamer verrast het me weinig dat het niet geheel aan de foto's op de website voldoet. Na een keer de wc doorspoelen houdt het op en sta ik daarna weer vertrouwd emmertjes water weg te gieten. Voor het licht dan echt bij me uitgaat zie ik nog net dat ik mijn armen niet tegen het hoofdeinde moet strekken want de elektrische bedrading zal me knallend begroeten. Na een paar uur slapen toch maar opstaan want ik moet immers voor twaalven de kamer uit. Een douche zit er niet in, voor het grote glazen badkamer raam zijn ze het gordijn vergeten.
De volgende kamer heeft gelukkig een minuscuul badkamerraam, verder komt het overeen met de eerste kamer.

In de middag loop ik een rondje door de miljoenenstad. Het valt me opnieuw op hoeveel zwervers en zieken er in Addis zijn. Allen zitten, liggen of kruipen door de stad. De vele kauwgom, zakdoekjes en telefoonkaartenverkopers lopen er weinig beter bij. Een stad waar er voor het aantal mensen een chronisch tekort aan alles is.

Later ontmoet ik mijn oude vrienden, heerlijk om weer even met hen te zijn. Als ik ´s avonds in mijn bed mijn houding niet kan vinden door de kuilen in het matras tel ik al mijn zegeningen af, een dak boven mijn hoofd een bed om in te slapen en een nieuwe werkplek in het vooruitzicht.

Buiten in de straten proberen velen de nacht weer enigszins door te komen.

1 opmerking:

  1. Ha Daphne! Het eerste berichtje! Bizar dat je zo ver van hier bent in zo'n andere wereld. Weet dat we voor jou, en voor je stadsgenoten, bidden! Frans

    BeantwoordenVerwijderen